Fast forward naar december 2007. De maand dat mijn moeder voor de tweede keer de diagnose borstkanker kreeg en Erwin een ongelukje had met een schroevendraaier.
We waren een inloopkast aan het bouwen op zolder. Op een gegeven moment moest Erwin even naar de bouwmarkt. Tijdens het aantrekken van zijn schoenen prikte er een schroevendraaier in zijn heup. Hij was vergeten dat hij die nog in zijn zak had. Erwin gooide er een paar stevige krachttermen uit, maar dat was het dan ook. Hij had er verder niet echt last van en we hebben er dan ook geen aandacht meer aan besteed.
In januari werd mijn moeder geopereerd. Gelukkig verliep de operatie zonder problemen en mocht ze de volgende dag alweer naar huis om daar verder te herstellen. Ze hoefde gelukkig niet aan de chemo en ook bestralen was niet nodig. Ze kreeg wel hormoontherapie, maar dat is niet zo heftig als chemo. Dus so far so good.
Erwin kreeg een paar weken later ineens last van zijn rug, ter hoogte van zijn bekken. Het was daar ook opgezet en het deed pijn. In de loop van de weken ontstond er een bobbel die steeds groter en pijnlijker werd. De huisarts wist niet zo goed wat hij ervan moest denken. De klachten van Erwin wezen op een hernia, alleen de bobbel paste niet in het plaatje.
Ondertussen zochten we er niet echt iets achter. In februari zijn we nog wezen skiën met Erwin zijn broer en zijn gezin. Erwin had nog steeds pijn, maar skiën ging op zich wel. We hebben zelfs nog een middag geskied met vrienden, die op dat moment ook in hetzelfde gebied op vakantie waren. Supergezellig.
Er was tussendoor ook veel tijd om rust te nemen. Anouk was tijdens de skiles namelijk gevallen en had haar arm gekneusd. In Oostenrijk ga je dan meteen in het gips, dus skiën zat er voor haar niet meer in. En wij lieten haar natuurlijk niet alleen. Dus hebben we veel tijd met Anouk doorgebracht.
Het was alles bij elkaar een geweldige week. We hadden toen nooit kunnen bedenken dat het onze laatste vakantie met het hele gezin zou zijn.
My heart is in Havana
In februari kreeg Erwin op zijn werk te horen dat hij een sales challenge had gewonnen. Ik zie hem nog binnenkomen met een grote grijns op zijn gezicht en in elke hand een bos bloemen. Hij had helemaal niet verwacht dat hij de winnaar van zijn team zou zijn.
We gingen met een groep winnaars een week naar Cuba. Ik zag het eerst niet zitten, omdat mijn moeder net geopereerd was, maar Erwin zei doodleuk dat hij dan alleen ging. Die week wilde hij niet missen, ondanks dat hij steeds meer pijn had. Mijn ouders wilden er ook niets van weten dat ik thuis zou blijven, dus vertrokken we in maart naar Cuba.
Een manueel therapeut waar Erwin in die tijd naartoe ging had het voor elkaar gekregen dat hij rechtop kon staan en redelijk pijnvrij het vliegtuig in ging. Zware pijnstillers deden de rest.
Het was zo ontzettend gaaf! De reis was speciaal voor ons samengesteld door het evenementenbureau van Chiel van Praag (die was vroeger bekend van radio en televisie). Werkelijk alles was uit de kast gehaald om ons een onvergetelijke week te bezorgen en er is een film gemaakt van onze reis, die we na die tijd nog vaak hebben bekeken.
We verbleven in Havana in een 5-sterren hotel en zijn op heel veel bijzondere plekken geweest. ’s-Avonds werden we in koetsen of oldtimers naar een restaurant gebracht en we hebben een fietstocht gemaakt door Havana, onder politiebegeleiding. We hebben leren salsadansen, kregen privéles mojito’s maken en hebben gezien hoe de beste Cubaanse sigaren worden gedraaid.
Halverwege de week zijn we met een privétreintje naar Varadero gebracht, waar we de laatste dagen in een luxe resort verbleven. Daar hebben we gevaren op een grote catamaran en met dolfijnen gezwommen. Op de laatste avond was er speciaal voor ons een afscheidsfeest georganiseerd met live muziek.
Tijdens die week ging het met Erwin steeds slechter. Inmiddels ging hij iedere nacht wel een paar keer uit bed omdat hij niet meer wist hoe hij moest liggen en ook lopen ging steeds minder goed. Maar het was een fantastische week. Ik denk er nog vaak aan terug. Het blijft een geweldige herinnering, omdat het zo bijzonder was en de allerlaatste keer dat Erwin en ik samen op reis waren. Maar dat wisten we toen nog niet.
Het is goed mis
Nadat we terug waren gekomen uit Cuba, ging het met Erwin steeds meer bergafwaarts. Hij heeft zich op een gegeven moment ziek gemeld, omdat werken niet meer ging. Hij kon niet lang staan, niet lang zitten, lopen ging ook niet echt lekker meer. Het was een drama.
Thuis zat hij op een bureaustoel, omdat de bobbel dan precies in de ruimte tussen de zitting en de rugleuning paste. Het deed zoveel pijn, dat hij er niets op kon verdragen. Een hele nacht doorslapen deed Erwin allang niet meer. Het was echt verschrikkelijk om hem zo te zien.
Ik sta er nog steeds van te kijken hoe lang de artsen hem nog hebben laten aanmodderen. Er werd maar vastgehouden aan de gedachte dat Erwin een hernia had en niemand had een idee wat de bobbel zou kunnen zijn. Terwijl toen alle alarmbellen al hadden moeten gaan rinkelen.
Uiteindelijk werd besloten om dan toch maar een MRI scan te doen. Daar staat normaal een wachttijd voor, maar Erwin had geluk. Half april was er een afspraak uitgevallen en mocht hij naar het ziekenhuis komen voor de scan. De dag erna belde Erwin me op mijn werk, dat ik naar huis moest komen. Het bleek dat er op de scan iets te zien was wat er niet hoorde en Erwin zou meteen worden opgenomen in het ziekenhuis.
Erwin heeft al met al een week in het ziekenhuis in Hoofddorp gelegen. Er werden allerlei onderzoeken gedaan en daaruit werd duidelijk dat er een gezwel bij zijn bekken zat. Maar of dat goed of slecht nieuws was, kon niemand ons vertellen. De specialisten zeiden dat het gezwel mooi rond was en dat dat meestal een goed teken is. Je houdt je vast aan elk sprankje hoop.
We hadden natuurlijk kunnen weten dat het serieus was, toen besloten werd Erwin over te plaatsen naar het UMC in Utrecht, omdat ze in Hoofddorp verder niets voor hem konden doen. In Utrecht zou hij verder de medische molen ingaan en zou er onder andere een punctie worden genomen. Wij bleven nog steeds hopen op een goede afloop. Wat waren we naïef.